Nieuwe hoogleraar streeft naar optimale detectie van individuen met een erfelijke kanker

Prof. dr. Monique van Leerdam wil erfelijke gastro-intestinale colorectale kankersyndromen beter en sneller opsporen. Als deze syndromen vroeg worden opgemerkt kan er tijdig worden ingegrepen, waardoor veel sterfgevallen voorkomen kunnen worden. Ze is per 1 juli benoemd tot hoogleraar Maag-Darm-Leverziekten, in het bijzonder de preventie van gastro-intestinale tumoren.

Bij 5 tot 10 procent van de meeste vormen van kanker, spelen erfelijke factoren een rol. Toch weten veel mensen met erfelijke kankersyndromen niet dat ze deze hebben. Volgens de nieuwe hoogleraar is er daarom een flinke slag te maken op het gebied van voorlichting, opsporing en monitoring. “Veel patiënten komen er pas in het ziekenhuis achter dat ze een erfelijke syndroom hebben. Dit omdat ze de medische geschiedenis binnen hun familie niet kennen, of niet weten waar ze op moeten letten.”

Preventief ingrijpen

Bij een gang naar het ziekenhuis is de kanker vaak al in een verder gevorderd stadium. “Ik sprak laatst met een oude studievriend. Hij vertelde mij dat er twee tumoren bij hem waren vastgesteld. Dat doet dan toch wat met je. Als hij had geweten dat hij een erfelijk kankersyndroom had, dan hadden we er veel eerder iets tegen kunnen doen en had de kanker mogelijk zelfs voorkomen kunnen worden.” 

De detectie kan en moet anders volgens Van Leerdam. Hoe eerder erfelijke syndromen in kaart gebracht kunnen worden, des te beter. Als hoogleraar streeft ze daarom naar een breed toepasbaar, landelijk of zelfs Europees ‘surveillanceprogramma’, waarbij mensen met risico op erfelijke kankersyndromen in beeld komen voordat ze klachten ervaren. 

Bruggen bouwen

Daar zijn connecties voor nodig. Gelukkig is Van Leerdam al jaren (inter)nationaal actief betrokken bij  de opsporing van erfelijke gasto-intestinale colorectale kankersyndromen. Naast haar aanstelling in het LUMC (2019) is Van Leerdam sinds 2011 werkzaam bij het Antoni van Leeuwenhoek (AVL), een in kanker gespecialiseerde ziekenhuis en onderzoeksinstituut.

Vanuit deze dubbelfunctie is ze in staat om bruggen te bouwen tussen verschillende organisaties. “Het AVL, het LUMC en andere medische instellingen werken al goed samen binnen de Stichting Opsporing Erfelijke Tumoren (StOET)”, legt ze uit. “Gezamenlijk registreren we op landelijk niveau families met een verhoogde kans op erfelijke kanker. Met die data krijgen we een steeds beter beeld welke vormen van kanker veel voorkomen en wie de grootste risicogroepen zijn.”

Nieuwe behandelmethoden

De afgelopen jaren zijn er dus al flinke stappen gezet. “Alleen is de tijd van pionieren nu voorbij”, vindt Van Leerdam. “Voor mij en mijn collega’s ligt de mooie uitdaging om de monitoring en zorg voor patiënten met (erfelijke) kanker te optimaliseren, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van non intensieve ingrepen en het verbeteren van de kwaliteit van scopieën.”

Bron LUMC