Onderzoek Radboudumc: longen na COVID-19 herstellen in meeste gevallen goed

Uitgebreide gezondheids­evaluatie drie maanden na herstel van COVID-19

Bij patiënten die kampten met ernstige COVID-19 herstelt het longweefsel in de meeste gevallen goed. Dit blijkt uit een studie van het Radboudumc, nu gepubliceerd in Clinical Infectious Diseases. Opvallende conclusie is dat de groep patiënten die door de huisarts werd doorverwezen slechter herstelt dan patiënten die opgenomen zijn geweest op de Intensive Care (IC) van het ziekenhuis.

In het onderzoek, geleid door longarts Bram van den Borst, zijn 124 patiënten teruggezien na een acute COVID-19-infectie. Zij kwamen op de Radboudumc-corona-nazorgpoli. De patiënten zijn onderzocht met behulp van onder meer een CT-scan en een longfunctietest. Na drie maanden is een eerste balans opgemaakt en hieruit blijkt dat het longweefsel van de patiënten goed aan het herstellen is. Restschade in het longweefsel is meestal beperkt en wordt het vaakst gezien bij patiënten die op de IC zijn behandeld. De meest voorkomende klachten na drie maanden zijn vermoeidheid, kortademigheid en pijn op de borst. Ook ervaren veel mensen nog beperkingen in het dagelijks leven en een verminderde kwaliteit van leven.

Hoofdonderzoeker en longarts Bram van den Borst legt uit: “Het patroon dat we zien bij deze patiënten kent gelijkenissen met het herstel na een zware longontsteking of het ziektebeeld ARDS waarbij zich vocht in de longen ophoopt. Bij deze aandoeningen duurt het herstel over het algemeen ook lang. Dat we nu zien dat de longen na COVID-19 deze mate van herstel tonen, is bemoedigend.”

Doorverwezen patiënten herstellen slechter dan opgenomen patiënten

Voor het onderzoek zijn de patiënten onderverdeeld in drie categorieën: een groep met patiënten die op de IC terechtkwamen, een groep patiënten die opgenomen zijn geweest op een verpleegafdeling in het ziekenhuis en tot slot een groep met patiënten die thuis konden blijven, maar wel klachten hielden waardoor zij uiteindelijk een verwijzing kregen van de huisarts.

De studie, waarin na drie maanden is gekeken hoe het de patiënten verging, laat zien dat de patiënten die via de huisarts op de nazorgpoli terecht kwamen, na deze periode het slechtst hersteld waren. Deze laatste groep patiënten is uiteraard ook verwezen omdat ze klachten hielden. “Toch lijkt zich een subgroep af te tekenen met initieel relatief milde COVID-19, maar vervolgens hardnekkige langdurige klachten en beperkingen”, zegt Bram van den Borst. “Opvallend hierbij is dat we bij deze mensen nauwelijks afwijkingen in de longen vinden. Gezien de variëteit en ernst van de klachten en de waarschijnlijk aanzienlijke omvang van deze subgroep, is er dringend behoefte aan meer onderzoek naar verklaringen en behandelmogelijkheden.”

Nazorgpoli voor patiënten met aanhoudende klachten

Het Radboudumc is de corona-nazorgpoli op de locatie Dekkerswald gestart toen er steeds meer signalen kwamen dat een aanzienlijk aantal COVID-19-patiënten langdurig klachten houdt, variërend van hoesten, vermoeidheid, kortademigheid, angstgevoelens en fysieke beperkingen. Op de nazorgpoli wordt een uitgebreide analyse gemaakt, waarbij meerdere disciplines betrokken zijn. Op basis van deze analyse wordt samen met de patiënt de zorgbehoefte in kaart gebracht en worden vervolgstappen bepaald. Patiënten die wegens COVID-19 opgenomen zijn geweest in het Radboudumc krijgen een uitnodiging voor de corona nazorgpoli. Ook mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt in de thuissituatie en nog aanhoudende klachten hebben, zijn via hun huisarts welkom op de nazorgpoli.

Over de publicatie

Publicatie in Clinical Infectious Disease: Comprehensive health assessment three months after recovery from acute COVID-19 – Bram van den Borst, Jeannette B. Peters, Monique Brink, Yvonne Schoon, Chantal P. Bleeker-Rovers, Henk Schers, Hieronymus W.H. van Hees, Hanneke van Helvoort, Mark van den Boogaard, Hans van der Hoeven, Monique H. Reijers, Mathias Prokop, Jan Vercoulen, Michel van den Heuvel.

Bron Radboudumc