Vergeet bij meten van kerntemperatuur patiënt het circadiaans ritme niet!

Het nauwkeurig vaststellen van de kerntemperatuur is van cruciaal belang bij het behandelen van COVID-19-patiënten. Hierbij mogen we echter niet vergeten dat de kerntemperatuur een alles behalve statisch gegeven is. Het circadiaans ritme - ook wel de Circadian Cycle genoemd - betekent immers dat de temperatuur van een patiënt gedurende de dag tot wel 0,9 oC kan variëren, zonder dat dit betekent dat deze persoon verhoging of zelfs koorts heeft. Het is vanuit de diagnostiek dus belangrijk om hier rekening mee te houden.

Koorts is een verhoging van de normale gemiddelde temperatuur van een persoon. Het verschil tussen een verhoogde temperatuur en daadwerkelijk koorts is in absolute zin slechts klein. In de praktijk zien we echter dat bij koortsmetingen een afwijking van 0,9 oC maar al te gemakkelijk ontstaat. Terwijl zo’n afwijking zeer bepalend kan zijn voor de behandelmethode.

Belangrijke factoren

Het meten van de kerntemperatuur van een patiënt moet dus zeer nauwkeurig gebeuren. Hierbij spelen 3 factoren:

  • De meetmethode van de thermometer.
  • De zorgvuldigheid waarmee de meting wordt uitgevoerd.
  • De interpretatie van de gemeten kerntemperatuur.

Meetmethode

Allereerst de toegepaste meetmethode en de nauwkeurigheid. De vraag is welke kenmerken van de meetmethode we belangrijk vinden. Vergelijken we bijvoorbeeld rectaal en temporaal - waarbij de temperatuur gemeten wordt op de temporale ader op het voorhoofd - dan zien we dat de nauwkeurigheid in principe vergelijkbaar is. Nemen we echter factoren als gebruiksgemak en comfort mee, dan zien we dat de rectale meting toch enkele nadelen kent ten opzichte van niet-invasieve meetmethoden als temporaal. Oormetingen zijn populair maar kennen als nadeel dat de nauwkeurigheid sterk wordt beïnvloed door de vraag of de meetsensor van de thermometer op de juiste wijze in het oorkanaal wordt gebracht.
Interpretatie

Dat brengt ons bij de interpretatie van de meetwaarde. Veel thermometers zijn in staat tot een accurate vaststelling van de lichaamstemperatuur van een patiënt. Tegelijkertijd weten we dat de normale lichaamstemperatuur van een persoon gedurende de dag varieert - het circadiaanse ritme. De temperatuur op bepaalde tijdstippen gedurende de dag verschilt van persoon tot persoon en is onder andere gebaseerd op externe temperaturen, leeftijd, geslacht, het activiteitenniveau en vooral het tijdstip van de dag. Ook kan de lichaamstemperatuur veranderen wanneer iemand het koud heeft of hongerig dan wel slaperig is. Deze variatie kan oplopen tot 0,9 oC.

Stel nu dat een meting als temperatuur 39,1oC aangeeft. Artsen en verplegers weten dat sommige thermometers nauwkeuriger zijn dan andere meetmethoden. Van oorthermometers weten we bijvoorbeeld dat metingen aanzienlijk kunnen afwijken van de feitelijke kerntemperatuur. Bij temporale metingen is deze afwijking aanzienlijk kleiner. De werkelijke kerntemperatuur van de persoon ligt dus binnen een bepaalde bandbreedte ten opzichte van de gemeten waarde.
Circadiaans ritme

Om zorgvuldig vast te stellen of er sprake is van koorts zullen we dus ook rekening moeten houden met het circadiaans ritme van de persoon. Punt is echter dat we die niet kennen. Exergen heeft daarom een werkmethode ontwikkeld - waarvoor inmiddels een octrooi is verleend - waarbij een reeks van historische meetwaarden wordt opgebouwd. Deze metingen vinden verspreid over de dag en gedurende meerdere dagen plaats, in ieder geval een meting ’s ochtends vroeg en een meting einde van de werkdag (18.00 uur). Hierdoor ontstaat per patiënt een reeks met lichaamstemperaturen verdeeld over de dag. Hiermee krijgen we dus een veel beter inzicht in de variatie in de lichaamstemperatuur van een patiënt.

Op het moment dat we nu bij een patiënt een nieuwe meting van de kerntemperatuur doen, kunnen we de verkregen meetwaarde vergelijken met de resultaten van eerdere metingen die op min of meer hetzelfde tijdstip zijn vastgelegd. De meting van de temperatuur zelf wordt hier uiteraard niet per definitie nauwkeuriger door. Wat nu echter wel mogelijk is, is een veel betere interpretatie van de geconstateerde kerntemperatuur.

Vergeet jezelf niet te meten op basis van circadiaans ritme!

Artsen en verplegers lopen in deze pandemie extra risico. Het is daarom van groot belang dat zij zichzelf regelmatig meten. Het circadiaans ritme dat in dit artikel is behandeld, betekent echter dat zij zorgvuldig moeten omgaan met het interpreteren van de bij henzelf vastgestelde temperaturen. Leg de meetwaarden meerdere malen verspreid over per dag (in ieder geval 07.00 uur ochtend en 18.00 uur avond) vast en herhaal deze metingen meerdere dagen. Hierdoor ontstaat een goed beeld van het eigen circadiaans ritme. Dit geeft een veel betere basis om vast te kunnen stellen of er sprake is van verhoging of zelfs koorts.