DE ROLLEN OMGEDRAAID!

Gehaast loop ik de afdeling op. Het is al tien over zeven. In de verte hoor ik mijn collega’s zachtjes overleggen. Plots blokkeert meneer Willemsen mijn weg. Met grote, smekende ogen kijkt hij mij aan. Zijn bevende handen proberen mij vast te pakken. ‘Zuster, help me! Ze zitten overal in mijn kamer.’ Onzeker staat hij op zijn benen terwijl hij schichtig om zich heen kijkt. Ruw duw ik hem aan de kant. ‘Nu even niet. Ik ben al te laat.’ Verdwaasd kijkt hij me na terwijl ik wegloop.

Op de verpleegpost is nergens plek om te zitten. Mijn hoofd bonst. Ik zoek de koffiekan. Eenmaal gevonden: leeg. ‘Sanne, ga staan en laat mij daar zitten. Jij bent hier de stagiaire. En als je toch staat, regel dan even koffie voor me.’ Gedwee kijkt ze me aan, terwijl ze haar stoel naar me toe schuift. Enkele collega’s kijken me vragend aan. ‘Wat?!’, snauw ik. Zonder nog acht op hun blikken te slaan, luister ik naar de overdracht.

In de deuropening staat plots een familielid. Tranen lopen over haar wangen. ‘Kom snel. Mijn vader..’ De laatste zin valt weg. Emoties overmannen haar. Haar betraande ogen kijken zoekend naar mij. Ik zucht, sta op en volg haar mee de gang op. Ik passeer een collega. Hij fluistert of het wel goed met me gaat. ‘Bemoei je met je eigen zaken’, zeg ik kortaf en loop door.

‘Nou, wat kan ik voor u doen?’, vraag ik bot. ‘Ik denk dat mijn vader…’ Weer lukt het de vrouw niet om haar zin af te maken. Ze barst in tranen uit en pakt mij vast. Dit is de druppel. Ik krijg een rode waas voor mijn ogen. Met mijn beide handen pak ik de vrouw vast rond haar keel. ‘Blijf van me af! En stop met dat gejank!’ Ik spuug de woorden haast in haar gezicht. Alle opgebouwde frustratie barst er uit. Verkeerde persoon op het verkeerde moment op de verkeerde plek.

Voordat u melding doet: bovenstaande tekst is door mij verzonnen. Toch gebeurt het, wanneer de rollen zijn omgedraaid, in de praktijk vaak genoeg. Zonder dat iemand echt hard ingrijpt. Bijna zestig procent van alle zorgprofessionals heeft maandelijks te maken met een vorm van agressie tijdens het werk. Patiënten of familieleden schelden, bespugen of slaan verpleegkundigen en verzorgenden. Kennelijk vinden we dat wél normaal? Maar is dat het ook?

Het antwoord mag duidelijk zijn: nee. Stop met het goedpraten van agressie tijdens het werk. Het ‘hoort niet bij je werk’ en ‘het valt niet mee’. Steun elkaar tijdens en na een incident. Doe een agressiemelding of zelfs aangifte als het jou of je collega overkomt. Alleen zo geef je een krachtig signaal af aan de agressor en de buitenwereld. Agressie tegen verpleegkundigen en verzorgenden is niet het nieuwe normaal. Het is en blijft abnormaal.

Tekst Femke van der Palen

Femke van der Palen (36) is verpleegkundige en journalist.
Beide functies combineert zij door te schrijven over de zorg. Eerlijk, ontwapenend en het liefst met een beetje humor.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.