Door Iris van de Laar en Femke van der Palen
Thuiskomen met een blauw oog, gekneusde ribben of een gebroken neus. Een cliënt die zijn bloed op de muur heeft gesmeerd nadat hij zich heeft gesneden. Iemand die je probeert te wurgen of je meerdere keren steekt met een mes of pen. Angst voor je ongeboren kind nadat er in je buik is gestompt. Voortdurend rondlopen met hartkloppingen vanwege angst- en stressklachten. Of het vernederende gevoel van iemand die jou recht in je gezicht spuugt. Om over het mentale aspect nog maar te zwijgen. Binnen de GGZ is een posttraumatische stressstoornis namelijk steeds vaker aan de orde. Uit onderzoek* van NU’91 blijkt dat 84 procent van haar leden uit de GGZ te maken heeft met agressie op de werkvloer.
* Binnen één week hebben 484 GGZ-medewerkers de vragen van het ledenonderzoek van NU’91 beantwoord. Om privacy redenen zijn de namen van de geïnterviewde verpleegkundigen gefingeerd.
84% geeft aan dat hij of zij te maken heeft met agressie op de werkvloer
Agressie binnen de GGZ is niet nieuw. En ook binnen de andere sectoren van de zorg komt het helaas veelvuldig voor. Toch wordt vaak nog gedaan alsof het normaal is. Alsof het hoort bij het werk. Wil je aangifte doen? Dat kan. Maar in de meeste gevallen belanden aangiftes onderop de stapel en wordt een geweldpleger nog dezelfde dag teruggestuurd naar de afdeling. Zonder dat er echt naar het verhaal van de hulpverlener wordt geluisterd. In 2010 zijn de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) geformuleerd, maar nog altijd worden zorgprofessionals binnen de GGZ onvoldoende gehoord en gesteund. NU’91 vindt dat het tijd is voor actie en maakt zich hard voor dit steeds groter wordende probleem. Agressie is nooit normaal en hoort zeer zeker niet thuis in het takenpakket van de zorgprofessional.
“Het frustrerende is dat al een aantal jaren het geluid klinkt: ‘geen geweld tegen hulpverleners!’ Kom je aan iemand van de brandweer, ambulance of het ziekenhuis? Dan heeft dit direct strafrechtelijke gevolgen. Maar ben je psychiatrisch verpleegkundige? Dan moet je er toch wel een beetje tegen kunnen.” Aan het woord is Julia. Zij werkt net als David als verpleegkundige binnen de GGZ. David werkt op een ambulante afdeling en Julia op een High & Intensive Care (HIC) afdeling. Beiden hebben regelmatig te maken met agressie op de werkvloer. Zij zien dat er de afgelopen tien jaar veel is veranderd binnen hun sector. Julia: “De wenselijke bezetting is omhoog gegaan. Dat is natuurlijk wel lastig te realiseren met het huidige personeelstekort. Vroeger werkten we met drie verpleegkundigen op vijftien cliënten. Nu staan we met minimaal vijf of zes verpleegkundigen op een groep van twintig cliënten. Toen ik begon, hadden we vier separeercellen. Omdat er steeds meer weerstand vanuit de samenleving kwam tegen separeren, is in 2016 een convenant ondertekend. Hierin staat dat GGZ-organisaties in 2020 helemaal separeervrij willen gaan werken. Hier wordt hard aan gewerkt, met als gevolg dat we alleen nog een extra beveiligde kamer hebben waar je een-op-een zorg kunt verlenen. Daardoor is de zorg veel intensiever geworden.
Vroeger zat iemand in zo’n separeer en ging je er zes keer op een dag een kwartiertje naar toe. Nu is het zo dat je iemand, als het even kan, nooit meer alleen laat in een afgesloten ruimte. Hierdoor heb je dus meer personeel nodig.” David: “Daar komt nog eens bij dat tegenwoordig bijna iedereen gedwongen wordt opgenomen. Vroeger was dit maar in tien tot twintig procent van de gevallen zo. Dat zorgt al voor een wereld van verschil in hoeverre iemand bereid is om naar je te luisteren en zich netjes te gedragen. De agressie wordt hierdoor groter en zwaarder. Je ziet ook de populatie veranderen. Naast het psychiatrische stuk komt er steeds meer andere problematiek kijken. Dat maakt het een stuk ingewikkelder. Je ziet veel verslavingsproblematiek door drank en drugs met gedragsverandering als gevolg. Dit zijn meestal niet de leuke gedragsveranderingen. Er is meer sociale problematiek. Heel veel familieleden en bekenden haken af waardoor een behandeling -en dus weer terug naar huis gaan- een stuk moeilijker wordt.” Julia: “Alleen de piek komt bij ons. De mensen die echt heel ziek, verward of depressief zijn. Zo erg dat ze zichzelf verwaarlozen en niet meer eten, drinken of slapen. Pas dan kom je op een gesloten afdeling. Vroeger had je nog open afdelingen. Die waren iets laagdrempeliger. Door de trend van de ambulantisering zijn heel veel open bedden gesloten waardoor mensen veel langer thuis blijven. Hierdoor duurt het dus langer voor mensen echt in zorg komen. Je ziet dat mensen er vaak erg aan toe zijn voor ze worden opgenomen omdat die drempel veel hoger is dan voorheen.”
Steekincidenten en gebroken neuzen
Dat agressie steeds vaker aan de orde van de dag lijkt te zijn, erkennen de verpleegkundigen allebei. Het blijft helaas niet bij ‘slechts’ een enkele woordenwisseling. Julia: “Dagelijks heb ik te maken met verbale agressie en word ik uitgescholden. Er komen regelmatig incidenten voor waarbij mijn collega’s en ik dingen naar ons hoofd krijgen gegooid. Dan vliegen er meubelstukken of andere spullen door de ruimte. Dingen worden stukgemaakt of er is sprake van fysieke agressie waarbij je actief wordt aangevallen. Soms is dwangmedicatie hier een oorzaak van. Je kunt je voorstellen dat als je heel bang bent, je wordt opgesloten en het idee hebt dat heel de wereld tegen je is, het ontzettend beangstigend is als vier of vijf man je vastpakken om een injectie te geven. Mensen vechten dan letterlijk voor hun leven. Agressie kan ook doelbewust zijn. Dat er wordt geschopt of geslagen. Ik ken situaties waarin een cliënt heeft geprobeerd om collega’s te wurgen. Het is al een paar keer voorgekomen dat er steekincidenten waren, waarbij collega’s werden gestoken met een mes of een pen. Maar ook gebroken neuzen of gebroken armen zijn soms het gevolg. Vaak gaat het om een kort incident. Wij dragen allemaal een alarm en er zijn op mijn afdeling altijd collega’s of beveiligers in de buurt waardoor je snel kunt handelen en de schade kunt beperken. Er zijn helaas wel een paar situaties bekend waar een cliënt langere tijd op een collega heeft ingeslagen, gestoken of geschopt. Dat komt voor. Daarnaast zijn sommige cliënten besmet met ziektes zoals hepatitis of HIV. Als ze dan bijten, krabben of spugen, kan dat grote gevolgen hebben.” David: “Inderdaad en dat heeft nog lang effect. Zo heb ik eens een snijwond opgelopen door een cliënt waarbij sprake was van een dubbel risico: hij prostitueerde zichzelf en injecteerde zich met drugs. Stond ik daar met een handvol pillen tegen aids in het ziekenhuis. Mijn vriendin en ik moesten toentertijd een half jaar met condooms vrijen en we wisten al die tijd niet of ik misschien besmet kon zijn. Dat doet heel veel met jezelf maar ook met je relatie.”
‘Soms vliegen de meubelstukken door de kamer’
Meer samenwerking
Dat er dingen moeten veranderen, erkennen beide verpleegkundigen. Het structurele personeelstekort wordt als een belangrijke oorzaak gezien waar helaas niet direct een oplossing voor is. Daarnaast zijn er nog meer verbeterpunten die volgens hen per direct moeten worden aangepakt. David: “We moeten accepteren en erkennen dat die agressie er is. Zorg voor alarmsystemen die werken. Toen een collega van me bijna werd gewurgd, bleek de pieper het niet te doen. Dat wil je echt niet meemaken. We hadden laatst een nieuw piepersysteem en na het testen bleek dat een op de vijf het niet deed. Dan ga je al met minder vertrouwen op de situatie af. Door met minder vertrouwen op iemand af te stappen, heb je al meteen de eerste trede van agressie te pakken.” Julia: “De samenwerking met justitie vind ik moeilijk. Soms heb je met agressief gedrag te maken en dan bel je de politie en doe je aangifte. Vervolgens staat die persoon dezelfde avond weer op de afdeling. De officier van justitie moet bepalen of iemand wordt vervolgd of niet. Vaak wordt dan gezegd: ‘Diegene is al een psychiatrisch patiënt.’ Hierdoor kan hij niks doen en heeft aangifte dus geen zin. Dat is frustrerend. Natuurlijk doe ik geen aangifte als iemand vecht voor zijn leven bij het toedienen van dwangmedicatie. Maar als een jongen met gedragsproblematiek zin heeft in een joint en wil dat ik de deur open doe en mij in elkaar schopt als ik dat niet doe, is dat natuurlijk een heel ander verhaal. Dan vind ik dat justitie verantwoording moet nemen. Daarmee kun je veel voorkomen. Afgelopen jaar was er een cliënt die een collega een gebroken hand had geschopt. Hij moest weer terugkomen binnen de GGZ. Wij bedenken dan al zelf dat dit niet op dezelfde afdeling kan als waar het incident heeft plaatsgevonden. Justitie overigens niet hoor, die stuur de cliënt gewoon terug. Een andere afdeling heeft toen gezegd dat die persoon daar kon worden opgenomen. Uiteindelijk heeft hij geprobeerd om een collega te wurgen. Dat was niet nodig geweest als hij gewoon was opgepakt. Dat frustreert. Waarom mag je een verpleegkundige op de SEH niet slaan en mij wel? Je ziet wel meer samenwerking tussen politie en GGZ maar hierin kunnen nog veel meer stappen worden gezet. Ik snap dat het voor justitie ook heel ingewikkeld is, maar er kunnen echt nog wel stappen genomen worden.”
RESULTATEN
84 procent geeft aan te maken te krijgen met agressie op de werkvloer.
36 procent heeft medische en/of psychische hulp gehad.
74 procent vindt dat agressie en geweld op de werkvloer zijn toegenomen.
75 procent geeft aan dat dit ten koste gaat van het werkplezier.
51 procent vindt dat er onvoldoende wordt opgetreden door de werkgever.
74 procent van het GGZ-personeel heeft zowel met verbale als met fysieke agressie te maken.
Er zijn geen duidelijke afspraken
Inmiddels is het alweer twaalf jaar geleden dat er afspraken zijn gemaakt in het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Agressie en geweld tegen publiekelijke functies in de sectoren onderwijs, openbaar bestuur, rechtsbedeling, veiligheid, sociale zekerheid, infrastructuur én volksgezondheid zou hard worden aangepakt. Drie jaar later, in 2010, hebben de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Koninkrijksrelaties de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) geformuleerd. Deze afspraken werden gerealiseerd tussen politie en OM. Agressie en geweld tegen publiekelijke functies moest stoppen. Het doel van de ELA is een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van agressie en geweld door de politie en OM. Campagnes als: ‘Handen af van onze hulpverleners’ kennen we allemaal. Maar hoe concreet zijn de afspraken nu echt anno 2019?
Boven op de stapel en snelle berechting
“Een heel belangrijke afspraak zijn ze nog niet nagekomen, namelijk het regelen van duidelijke afspraken tussen de politie en zorginstanties”, meent Jacqueline den Engelsman, cao-onderhandelaar bij NU’91. “De lijntjes moeten korter en het contact moet beter verlopen. Psychiatrisch verpleegkundigen hebben recht op de juiste bescherming van de politie. Het is belangrijk dat aangiftes eerder worden opgepakt. Dat de ‘daders’ sneller worden berecht. Het grote probleem is dat de politie vaak niet weet wat ze met een aangifte van iemand uit de GGZ moeten doen. Antwoorden als: ‘Het heeft toch geen enkele zin, deze man zit al opgesloten’ of ‘de zaak wordt toch geseponeerd,’ worden vaak teruggeven bij het doen van een aangifte. Ze moeten juist zeggen: ‘VPT dus bovenop de stapel met aangiftes’. Maar veel politiemedewerkers en medewerkers in de GGZ weten dit niet. Daar gaat het mis. Dan kom ik toch weer terug bij het maken van duidelijke afspraken. Precies om deze reden doen GGZ-medewerkers geen aangifte. Het proces loopt niet. Daarnaast heeft aangifte doen ook een remmende werking omdat je jouw persoonlijke gegevens moet opgeven. In alle gevallen wordt een cliënt beschermd, maar anoniem aangifte doen blijft lastig. Mits je uit naam van de werkgever aangifte mag doen, dan worden jouw persoonlijke gegevens niet prijsgegeven. Als jij door een cliënt aanhoudend wordt bedreigd, is het uiterst onprettig om je gegevens achter te laten. De dader weet altijd dat jij degene bent die aangifte heeft gedaan.
Uiteindelijk wil niemand dat zijn of haar cliënt in de cel belandt. Maar je wil ook niet dat deze persoon twee uur later weer voor jouw deur staat terwijl hij jou net heeft afgetuigd. Als werknemer wil je dat de cliënt wordt ondervraagd en voorlopig even wegblijft van de afdeling. En het voornaamste: dat er naar jou wordt geluisterd. Het gaat niet om vervolging. Het niet serieus nemen van medewerkers en hun probleem, dát is wat er speelt.”
NU’91 meldpunt
Dat er iets moet worden gedaan, is duidelijk. “Ik weet nu al dat er uit opvolging van de ELA geen verbetering is opgetreden. Wij gaan hierover dan ook verder in gesprek. Maar om ondertussen wel iets voor onze leden te kunnen betekenen, is er een meldpunt opgericht”, zegt Jacqueline. Dus werk jij in de GGZ en heb jij een incident meegemaakt, maar weet je niet hoe je dit moet aanpakken? Wij bieden jou de ondersteuning die je nodig hebt bij het doen van een aangifte. Is je bril kapot? Of heb je fysiotherapie nodig na een incident? Dit zijn kosten die wij mogelijk kunnen verhalen op jouw werkgever. Kortom: NU’91 luistert naar jou en zorgt dat er iets in gang wordt gezet, omdat het soms lastig is om er zelf mee aan de slag te gaan.
Dit artikel verscheen eerder in Het Blad, het ledenmagazine van NU'91, de bond voor mensen in de zorg.